Vanaf de 18e eeuw worden de stelen regelmatig voorzien van de naam van de fabrikant, en meestal ook de plaatsnaam ('GOUDA'). In andere plaatsen zoals Alphen aan den Rijn en Schoonhoven werd dit echter ook geregeld nagemaakt. Zo is in ieder geval 1 Schoonhovense pijpenmaker bekend die op de stelen van door hem gemaakte ovale pijpen de tekst 'IN GOUDA' liet zetten. Er waren ook Alphense pijpenmakers bekend die dit deden en zelfs de namen van Goudse fabrikanten gebruikten, al dan niet met bewuste of onbewuste spellingsfouten. Dit laatste gebeurde ook door Duitse pijpenmakers. 

'IN GOUDA'

Steel met tekst DE VELDE en ..E VELDE, waarschijnlijk een imitatie poging om een pijp van de befaamde handelsfirma Frans van de Velde na te maken ('Van de Velde, Burgkleij en Zapfenbergh' - B van der Lingen 2013). De firma van de Velde werd na 1718 geleid door de zoons Frans en Jacob, die hun pijpen lieten merken met 'F en I van de Velde'. Uit een pijpenstort van de Alphense pijpenmaker Philip Hoogenboom zijn imitaties bekend met de tekst F.EN.I.VAN VELDE en 'DE VELDE/'DE VELDE'. Onderstaand steelfragment is waarschijnlijk door Hoogenboom of een andere imitator gemaakt.

Omstreeks 1750 trokken de Van der Velde's zich terug uit de pijpenhandel en werd hun handel voortgezet door de pijpenmaker JAN DANENS uit Gouda die zijn eigen naam op de pijpen zette.

Barend van Berkel was tussen 1730 en 1762 in Gouda actief als pijpenmaker. Na zijn overlijden in 1762 zette zijn weduwe het bedrijfje nog tot 1786 voort. Merken die Barend en zijn weduwe voerden waren BVB en Keizerskroon.

Tussen circa 1726 en 1817 waren er diverse pijpenmakers genaamd Jacob, Jacobus, Jacobus Jansz en Jan de Ronde actief in Gouda.

Jan Puyt maakte tussen 1738 en 1778 pijpen in Gouda. Na 1778 maakte zijn weduwe nog tot 1780 pijpen. De merken die zij voerden waren bijl gekroond en trompetter.

Leesbaar zijn de letters S T E N.

Onbekend welke pijpenmaker of handelaar achter deze naam schuil ging.