In het midden van de 19e eeuw hadden de Weense koffiehuizen een bijzonder gemeenschappelijk kenmerk, behalve voor een kop koffie en een potje biljart kwam men hier ook voor een goed gesprek met daarbij een smakelijke pijp tabak. De gedachte achter de kafeehaus pijpen was dat de tabak het beste genoten kon worden uit een schone, nieuwe kop en de pijpen werden dan ook in dozen van doorgaans 5 of 6 stuks verkocht. Deze pijpen werden vooral gemaakt door pijpenmakerijen in het Duitse Westerwald.
Het model van de kafeehauspijp is doorgaans rechtopstaand, met onderin een soort dubbele bodem. Hierdoor werd voorkomen dat de tabak tijdens het roken nat werd waardoor het rookgenot optimaal was. Zodra de pijpenkop zichzelf had volgezogen met tabakssappen en andere schadelijke stoffen, hoefde deze niet gereinigd te worden maar werd hij eenvoudig vervangen door een nieuwe, schone kop. Er zaten er immers meerdere in een doosje.
De meeste kafeehaus pfeifen zijn in de tweede helft van de 19e eeuw en de eerste helft van de 20e eeuw in het Duitse Westerwald geproduceerd in plaatsen als Hohr/Grenzhausen, Hilgert en Baumbach. Voor zover bekend zijn deze modellen nooit in Nederland gemaakt.
Omstreeks 1900 werkten er in de verschillende hierboven genoemde plaatsen veel zelfstandige pijpenmakers op basis van thuisarbeid. De meeste werkten in opdracht van fabrikanten of handelsondernemingen. Doorgaans leenden de fabrikanten en Handelsondernemingen dan ook de persvorm aan de betreffende pijpenmaker. Na voltooiing van de opdracht kwam de vorm dan terug bij de opdrachtgever die deze weer aan een andere pijpenmaker in bruikleen kon geven voor een nieuwe opdracht. Hierdoor is het voor de pijpen die in die periode in het Westerwald gemaakt zijn, onmogelijk om vast te stellen in welke werkplaatsen precies deze gemaakt zijn.
PKN (26) Wiener Kaffeehaus pijpen - F Tymstra. (www.tabakspijp.nl)
Pijp met hoge zeskante ketel, vlakke onderzijde en oplopende steel en manchet. De ketel heeft een reliëfversiering: op twee zijden in de vorm van een met slingerende bladerrank, op de vier andere een ribbelmotief. Op de steel links het woord "LAMA", rechts het fabrieksmerk in de vorm van een schemerlamp met daaronder twee pijpen. Dit is het fabrieksmerk van de firma Theodor Lamp in Höhr die tussen circa 1921 en 1975 bestaan heeft als groothandel in pijpen en artikelen van klei. De firma had een compagnon genaamd W. Mannebach. Het handelsmerk 'LAMA' is ontstaan uit de eerste 2 letters van beide achternamen. Door welke pijpenmaker deze kop gemaakt is, ongetwijfeld in opdracht van Lamp en Mannebach, is niet bekend, mogelijk door de firma Paul Hein & Sohne die zelfs in een catalogus uit 1978 deze kop nog afbeeldde.
Afbeelding in catalogus van de firma Paul Hein & Sohne uit Hilgert, 1978. Volledige catalogus op www.tabakspijp.nl.
Een verpakking van de firma Lamp waar oorspronkelijk 6 pijpenkoppen ingezeten hebben en 1 houten steel.