In 1980 is er een uitgebreide publicatie getiteld ' De Leidse Tabakspijpmakers in de 17e en 18e eeuw' verschenen van de hand van J. van der Meulen en H. Tupan (*4). In vele opzichten een voor mij belangrijk boekwerk aangezien een van de schrijvers voor mij als voorname 'mentor' heeft gefungeerd in het beoefenen van deze heerlijke hobby. En natuurlijk omdat ik in de eerste jaren van het verzamelen mij vooral rondom Leiden bewoog en daarbij vooral geconfronteerd werd met de zo kenmerkende in Leiden vervaardigde pijpen.
Op deze pagina's een overzichtje van die typisch Leidse Stukken in de verzameling
Enorme Hiel, van Monsterpijp of presentatie stuk. gevonden in Leiden. Stempelmerken Lelie en gekroonde PI.
Leidse Pijpmakers
In Leiden werden al vanaf begin 1600 kleipijpen gemaakt. Ook hier waren de eerste pijpmakers vooral Engelsen. De Leidse pijpenindustrie heeft een aantal zeer eigen karakteristieken ; met name de gladde dubbelconische kop en later de kenmerkende blad-of rank versiering langs de naden van de kop.
Een vroege met het merk HB, ca 1620-1630, Hendrik Beffort of Beyfort.
Een iets latere, ook met HB monogram, ca 1640-1650
Gelekt glazuur uit de pottenbakkersoven, hielmerk Leidse sleutels, onduidelijk of er nog initialen naast staan. Ca 1640-1660
Ca 1650-1670, primitieve versiering, aan een zijde een tulp, aan andere het wapen van Leiden. Onbekende Leidse pijpenmaker
Afbeelding van bloem/roos op de ene zijde, en de leidse sleutels op de andere zijde. Ca 1660.
Pijpje uit de periode 1650 met het wapen van Leiden op beide zijden van de kop, maar het model lijkt eerder Gouds dan Leids en is waarschijnlijk in Gouda gemaakt. Hieronder nog een aantal fragmenten van wat varianten die uit Gouda lijken te komen
Erg fraai pijpje met afbeelding van drinkkan op de ene, en roemer / beker op andere zijde. Op de steel aan beide zijden een afbeelding van een pijp tussen twee tudorrozen. Dit mooie leidse pijpje is extra bijzonder doordat het uiteinde van de steel perfect glad is, waardoor het aannemelijk lijkt dat het op zeker moment in deze lengte gerookt / gebruikt is.
Voor Leiden typerende blader versiering onderaan de ketel, deze dateert uit ca 1680, de wat latere modellen worden slanker en verfijnder, vaak ook met blad rank versieringen op de vormnaden.
Pijpjes met dergelijke versiering worden veel in Leiden en omstreken gevonden. Helaas is het niet eenduidig vast te stellen of deze inderdaad ook specifiek in Leiden gemaakt werden, maar het lijkt er wel op.
Leidse Jonas
Vanaf ongeveer het tweede deel van de 17e eeuw wordt ook door Leidse pijpmakers de Jonas versiering toegepast, op een heel eigen wijze. De gezichtsafbeelding is minimaal ; ogen, neus, snor en mond. Op de zijkanten van deze kop staan links het wapen van Leiden (gekruiste sleutels), en rechts een ooievaar (of kievit ?!) in een cirkelkrans.
Ook een variant met uit de steel oplopende 'blader' patronen en een variant met dergelijke bladerpatronen en een gekroonde 'stippenroos'
Variant met gekroonde roos en vanuit de steel tegen de kop oplopende blader patronen. Achterzijde ketel ook kenmerkend visgraat motief
Groene vlek glazuur recht in het gezicht, gebeurt tijdens het bakken in de pottebakkeroven
Onderstaand model lijkt Leids, begin 1700, en wordt gekenmerkt door zijn steel versiering
Pijpaarden muntje of grospenning, ter grootte van een dubbeltje (in de tijd dat een dubbeltje nog een dubbeltje was ..). Op ene zijde een vogel (valk ?!) en op andere zijde een soldaat met zwaard en hellebaard. Gevonden in Leiderdorp
Hieronder een pijp vervaardigd door de leidse pijpenmakers Dirck Salomons of Dirck Samuels die tussen ca 1638 en 1675 in Leiden werkzaam waren en het merk DS gebruikten (ref *4). Het merk DS komt in verschillende varianten voor, en het is niet duidelijk welke pijpmaker welk merk of combinatie van merken gebruikte. Opvallend is dat de steel van de pijp vlak bij de kop voor het bakproces is afgebroken. Deze is gerepareerd waardoor er een verdikking zichtbaar is op de plaats van de breuk. Dergelijke reparaties zien we vooral in de 17e eeuw, wanneer de produktie nog een stuk kleinschaliger en duurzamer is dan later
De initialen DS, met erboven 3, en eronder 2 stippen/puntjes. Het is gebruikt door Dirck Salomons of Dirck Samuels in Leiden in de periode tussen ca 1638 en 1675 (ref *4).
Apart modelletje uit ca 1690-1710. Waarschijnlijk een leids product, van een van de laatste leidse pijpmakers. Het heeft de karakteristieken van de dikbuikige midden 17e eeuws 'leienaar', maar dan in een uitvoering van begin 1700.
Hieronder nog een aantal wat afwijkende modellen uit dezelfde vondstengroep